woensdag 30 april 2014

Courgette



Courgette



We konden alles gebruiken en namen dankbaar   aan wat we konden krijgen, chronisch geldgebrek, weet je nog.  Eén van de kookmoeders, Rosette, had in haar nieuw aangelegde tuin met succes courgettes geplant.  Zij, zo fier als een gieter (of is hier ‘sproeidarm’ een toepasselijker  woord? nee dat klinkt niet)  had  haar aanhangwagen volgeladen met van die uit de kluiten gewassen matrakken,   zo groot en dik als de bovenarm van een bodybuilder.   We kampeerden in Recht. Toch waren de courgettes  krom. Gek. 

Het waren toen nog wat ongekende exotische groenten en we wisten niet goed wat ermee aanvangen.  Soep koken zeker?  Het was zo een grote hoeveelheid courgettes dat we er geen blijf mee wisten en ze op de duur langs ons oren uitkwamen.  Zot zicht!

Haar bijnaam/totem voor de rest van het kamp: Roset-courget!

Sorry Rosette.

maandag 28 april 2014

Modderkamp



Modderkamp



Het gebeurt wel eens dat een kamp uitgeregend raakt.  Wat doe je dan met die bende jongeren en kinderen? Veel fantasie en initiatief van de leiding komt dan van pas.  Ook van de werkploeg.

Ooit is er in een grote tent, de eettent of zo een groot heteluchtkanon gezet, zo een dat   groentekwekers gebruiken om de serres te verwarmen, hier om kleren en slaapzakken min of meer droog te krijgen.

De eerste tent die Thila gekocht heeft, een witte! was voor één of andere gelegenheid versierd met gekleurde vlaggetjes, ze zijn met een veelkleurige tent naar Mechelen teruggekeerd.

Lynx en de andere welpenleidsters zijn met hun kroost en heel hun hebben en houden moeten vluchten naar de koeienstal van de boer.

Wat was het grote probleem?  Dat iemand van de leiding ’s avonds daar bij de kinderen moest blijven uiteraard en dus de nachtelijke uurtjes rond het kampvuur moest missen!

Natte, modderige kleding, vuile handdoeken, vieze slaapzakken werden meer dan eens door bezoekers   meegenomen en met de volgende lading groenten vanuit Mechelen gewassen en gedroogd mee terug gebracht. Zelfs de auto van Pastoor Van Steen, die elk jaar de eucharistieviering op kamp verzorgde, werd volgestouwd met natte vuiligheid.  Uiteindelijk waren er op het einde van het kamp wasmanden propere, droge spullen over .  Er werd dan later in het lokaal “verloren voorwerpendag” gehouden.  Rijen tafels vol met degelijk materiaal!  Er is niet veel van opgehaald door de eigenaars.  De rest?  Naar spullenhulp of zo?

Er zijn zo van die scènes die je nooit vergeet.  Op een nacht hebben de boer ,Wolf en een aantal leiders de wacht gehouden bij de rivier.  “Als het water stijgt tot aan die struik, moeten jullie het kamp ontruimen en die tent daar zal als eerste onderlopen”, zei de boer. Spannend!

Kamp! Dan denk je aan zon, joelende kinderen, blote armen en benen. Hier alleen maar grauwe regenjassen, opgetrokken schouders, kap diep over het hoofd  en gummie laarzen.

Alhoewel,  er zijn altijd stoere mannen die zich van de regen niets aantrekken en dus na twee dagen komen klagen dat ze geen droge spullen meer hebben.

Indrukwekkend was het kampterrein ’s morgens.  Je keek naar buiten en je zag één grote, gladde, glanzende vlakte.  Met slechts hier en daar nog één enkel sprietje gras tussen de spankoorden van de tenten.  Mooi maar triestig. Je denkt dan dat de modder weg is, je zet één stap naar buiten en je staat  weer, splash,  tot aan je enkels in het slijk.

’t Was toch een goed kamp!!!

zaterdag 26 april 2014

En nu serieus



En nu serieus



Er was in die tijd heel wat te doen   over het feit dat er veel volwassenen betrokken waren bij de groep.     Kookouders, klusjesmannen, foeriers…  Het was de bedoeling om de leiding (bijna allemaal studenten) de praktische, materiële en financiële beslommeringen uit handen te nemen, zodat zij zich alleen om de echte scoutsactiviteiten hoefden te bekommeren. Ooit werden we   uitgelachen door voorbijgangers: ”kijk die scouts daar eens, die hebben zelfs hun bomma en bompa mee op kamp genomen!”

Er stonden ook getrouwde mensen mee in actieve leiding - iets dat  heel ongebruikelijk was -  denk maar aan Fiske, Egel, Condor, Panter… De  jonge leiding miste immers de nodige vrije tijd en ervaring.  Het moet gezegd: durf en lef hadden ze wel, die jonge soort!  Het was ook niet vanzelfsprekend om bekwame en enthousiaste mensen te vinden die verantwoordelijkheid wilden  nemen. Het is ongetwijfeld mede dankzij de hulp en de ondersteuning van die volwassenen   dat Thila een zo sterke, solide groep geworden is.

De ouderen kenden ook vaak de weg om één en ander gefikst te krijgen (hadden een lange arm, zeg maar).    Soms klikte het niet echt met nieuwkomers maar een mooi vooruitzicht  was: “binnenkort hebben we mensen uit eigen kweek, die hebben wel de juiste spirit.”



En dat is uitgekomen!!!

maandag 21 april 2014

HUDO

"De hudo is een begrip binnen Scouting, het is dé vervanging van het toilet met de keramieken pot. Het bestaat uit niets meer dan een gat in de grond met een gepionierd* frame waarop je kunt zitten. Eventueel staan er ook zeilen omheen, om de toiletganger mee aan het gezicht te onttrekken.
Hudo.png
                                                     
Het is niet precies duidelijk waar het woord "Hudo" vandaan komt. Bij scouting wordt er over het algemeen verteld dat "H.u.d.o." een afkorting is van "Houdt uw darmen open". Sommige scouts gebruiken het woord "Hudo" ook wel als afkorting voor "HurkDoos" of "Hier Uw Dagelijkse Ontlasting".
(bron: scoutpedia.nl)

*gepionierd.  Wat een woord! Ik had het nog nooit gehoord in de betekenis van "gesjord". 't Schijnt wel juist te zijn.  "Sjorren of pionieren is het maken van bouwwerken met behulp van touw en balken". Tuurlijk! Maar! Spreek je dan ook van 'pionierbalk' voor 'sjorbalk'?  'Pioniertouw' voor 'sjorkoord'?  'Pioniershoutstapelplaats' voor 'sjorhoutkot'?  Hoor je ze het al roepen op het kampterrein?
- "Eerst moeten de pionierbalken geladen worden!"
- "Wie weet waar de bol pioniertouw is?"
- "Vanavond  moeten we zeker  de hudo nog pionieren!" of:
- "zondag is het pioniersvergadering"
Laat ze toch maar "sjorren" voor mijn part!

De Hudo dus.  
In de 'pionierstijd' van Thila vond men dat er op de hudo toch wel een beetje privacy mocht zijn.  Bij ons thuis hebben we  op de keukentafel   met mijn huis- tuin- en keukennaaimachientje een soort scherm, WC-hokjes zeg maar, genaaid. Een groot doek als rugwand en flappen erop als scheidingsmuurtjes. Zonder deurtjes weliswaar. De tafel was veel te klein, het doek veel te groot en mijn machine veel te licht.  Veel naalden gebroken.  Het materiaal was een leger-scouts-kaki-groen zeil, geplastificeerd waarschijnlijk want het moest tegen nat en vuil bestand zijn. Ik vraag me af of dat zeil de tand des tijds overleefd heeft en of nog gebruikt wordt.

De hudoput graven was serieus werk, mannenwerk, spierballenwerk.   En met het sjorren waren ze ook wel even zoet. Nu ligt er waarschijnlijk wel een plank met gaten op of een afgedankte WC-bril om op te gaan  zitten, toen was de put open en bloot.  Is er eigenlijk al een  betere manier gevonden om de rollen WC-papier op te hangen?  Er zijn er veel   in de put terecht gekomen en ze waren niet te recupereren.  Eén van de kookmoeders  heeft  ooit haar bril in de put laten vallen. Stel je voor dat je net daar je contactlenzen verliest,  je GSM of... je vals gebit!
Fiske vertelde dat een  welp ooit zijn glazen oog verloren is in de hudo, ocharme!  Zo'n kleine jongen en zo'n grote hudo, de verhoudingen klopten niet waarschijnlijk.

Stoere hudobouwers, hou ook eens rekening met de kleine mensen. Het blijft een hachelijke onderneming om,   je broek op je enkels, met een rugwaarts sprongetje of wat gewroet van je billen  op de veel te hoge zitbalk te geraken en als je dan je evenwicht gevonden hebt, je handen krampachtig om de balk geklemd, dan hangen je beentjes daar te zwieren  bangelijk dicht bij die afgrond, puur natuur, dat wel maar toch... 

zondag 20 april 2014

Putten



Putten

Eén van de vaste en onaangename taken op kamp is het graven van putten, veel putten, één voor de hudo, één voor het afvalwater enz.
In die tijd was er nog geen sprake van recyclage of sorteren van afval.  Het  keukenafval en etensresten, die we niet kwijtraakten aan de koeien van de boer moesten toch opgeruimd worden.  In een put dus en elke avond een laagje aarde erover om ongedierte niet aan te lokken.
Op zekere morgen was die afvalput helemaal bloot gelegd en overhoop gehaald, het loof van de worteltjes en de aardappelschillen overal in ’t rond.
Vandalen?  Nee, everzwijnen, de sporen waren duidelijk te zien.  We hebben het nooit aan de kinderen durven te vertellen.

dinsdag 15 april 2014

't Hoevetje






Toen we, de scouts dus,  het terrein in bruikleen kregen van de stad    stond er slechts één gebouwtje: een  krot en onbewoonbaar verklaard hoevetje.  Het was in erbarmelijke staat: alles was geplunderd, de deuren, de ramen, de trap,  tot zelfs de plankenvloer op zolder.  De gevel langs de kant van de weg was zodanig scheef gezakt, dat je er niet dichtbij durfde lopen. Wolf, Pierre en enkele bereidwillige ouders hebben het opgeknapt.



Pierre vertelt:

Om te beginnen was er geen waterleiding en geen riolering. Bij goede buren mocht water aangehaald worden. Jaren later hebben we nog gesukkeld met de afvoer langs de beek, onderdoor de weg en zo naar de straatkant. Er was wel een waterput.  We hebben het water laten controleren, het werd niet goed gekeurd, we hebben de put dan maar dichtgegooid met afbraak.

Om de vloer op zolder te herstellen werden houten paletten aangesleurd en uit elkaar gehaald. ’t Is een gezellig verkennerslokaal geworden.  Norbert Bauwens heeft voor een andere trap gezorgd , denk ik.  De ruiten hebben we hersteld met “thermopan” ruiten, die van ik weet niet meer waar kwamen.  De lagen glas hebben we kunnen scheiden    zodat we van één ruit, er twee konden snijden.

In een kamer beneden, waarschijnlijk de vroegere keuken/woonkamer hebben we ook van palettenhout een lambrisering gezet om het afgeschilferd bezetsel te bedekken.  Fiske heeft dat mooi gedecoreerd in welpenstijl. Daar stond een mazoutkachel, die met een gietertje moest bijgevuld worden.  En stinken!

Er moest een deur dichtgemetseld worden.  Eén van de ouders, de man  werkte heel precies en nauwkeurig, wilde dat wel doen. Op een halve dag had hij slechts een half deurgat dicht gemaakt. Wolf, de altijd haastige, vond dat het te lang duurde. “Laat mij dat maar doen” zei hij, en op een hik en een knik was het gat dicht, schots en scheef uiteraard.

Voor de verwarming van de zolder hebben we ergens een “duveltje” op de kop kunnen tikken. Nu is dat terug hip, maar toen…




Er is ooit een hevige schouwbrand geweest.  Eén van de jongens (een Hiel?) is dan op het dak gekropen om te blussen met emmers water.  ’t Scheelde geen haar of heel het kot was afgebrand.
Een WC?  Aan de zijkant was een kleine uitbouw.   Een houten plank met een rond gat erin diende als WC-bril en de beerput  moest regelmatig geleegd worden. En met een deur met een hartje.
  



Als dak werd er een stuk golfplaat opgelegd om het daar toch een beetje droog te houden

Het oude pannendak was  geld waard.  Er zijn andere pannen op gelegd, geen nieuwe uiteraard en de originele hebben we kunnen verkopen.

Renaat Saevels, destijds leraar in de Coloma school  heeft ooit een tekening gemaakt van het hoevetje, heeft die  
met zeefdruk op triplex plankjes gedrukt, die dan verkocht werden. Dit was waarschijnlijk één van de eerste geldacties, zonder groot succes trouwens.

Zucht, zijn handen in de lucht: chronisch gebrek aan geld en werkkracht

Pierre





Pierre, vader van de allereerste Akela en van Cheetah, was één van de helpers van het eerste uur.  Maandenlang heeft hij, samen met Wolf elke zaterdag opgeofferd  aan de bouw van de eerste lokalen.

Hij was een crack in het vinden van gratis materiaal, van koopjes en was onklopbaar in het “afbieden”.  Hij had die koorts zodanig te pakken dat hij op zeker moment tenten wou kopen, die uiteindelijk met het persentje eraf, duurder uitvielen dan de nettoprijs ergens anders, om toch maar korting te krijgen.

Half Vlaanderen zijn ze, Wolf en Pierre, rondgereden om bouwmateriaal, tenten, kabels, sjortouw, potten en pannen, grondvuren, een zware tire-fort (dommekracht in goed Nederlands)…  te kopen. En veel in 't zwart natuurlijk.  Als er een kilometervergoeding bestaan had, de groep had het niet overleefd.

Jarenlang is hij een stipte en geduchte penningmeester geweest.

Zijn kasboek was hem heilig. Niet voor niets was zijn totem Hamster.  O wee als één van de jongeren bij hem langs moest om wat geld voor één of andere, in zijn ogen nutteloze aankoop  af te troggelen.

De kampen in Membach zullen de mensen van de werkploeg niet gauw vergeten.  Hij was, samen met zijn vrouw Milia, op vakantie vlakbij.  Elke avond kwam hij op bezoek en had telkens de nodige vochtige bevoorrading bij.  De leiding is meer dan eens komen vragen of we wat stiller konden zijn, zodat de welpen konden slapen. Memorabele avonden!

zaterdag 12 april 2014

Verzopen voorraad



Verzopen voorraad.  Marche-les-Dames 1 (1980?)

We hadden van het leger een mooi terrein ter beschikking gekregen langs een beek (een scoutskamp zonder beek, dat kan toch niet)

Er was toen helemaal geen elektriciteit op kamp, laat staan koelkasten. We waren plantrekkers en Wolf was heel inventief  in het oplossen van problemen.  We  bewaarden   alle eetwaren die fris moesten blijven, in de beek, de groenten in netten, de andere eetwaar in emmers, in plastiek boxen en zakken, alles stevig vastgemaakt aan de begroeiing op de oever.  Goed gevonden, dachten we. Tot er op een goede dag ergens stroomopwaarts een fel onweer losbarstte met als gevolg dat de beek uren later begon te zwellen . Het resultaat was dat heel de voorraad met het water mee gespoeld werd. De welpen zijn dagenlang zoet geweest met de oevers af te zoeken naar de resten:  “kijk Bieke, nog een prei! Wolf, zie wat een dikke ui! Nog een pak boter! Akela, ik heb een pak chocolade gevonden!”  klonken de juichkreten.   
De kartonnen melkdozen waren doorweekt, maar toch nog waterdicht, hoopten we, dus nog bruikbaar. Van de chocolade, die voor een ontbijt bestemd was, hebben we chocomelk gemaakt, goed laten doorkoken weliswaar. We hebben toch één en ander moeten weggooien, vrees ik.

maandag 7 april 2014

Perziken


Saïga, ooit materiaalmeester, verantwoordelijke voor EHBO want zat bij het Rode Kruis, (den apotheker noemden we hem) de man die verkenners, leiding en zelfs de werkploeg meenam op speleotochten,  een graaggeziene en kleurrijke figuur, was verzot op perziken.  Daar was wel een probleem: hij gruwde van het harige, zachte perzikvelletje.  Hij at alleen maar perziken als iemand die voor hem wou pellen.  Kan je je dat voorstellen, een leider die in de keukentent zit en door een kookmoeder gevoerd wordt met perzikkwartjes?  Op kamp! Hij was ook de man die uuuuren zoet was met het uitschrapen van de pot waar rijstpap in gekookt was...

't Was toch geen 1 april?


Op één of ander kamp zegt Fiske: "jullie (de kookploeg) mogen vanavond met mij op stap".  Joepie! Eens weg van het terrein, terug even in de beschaafde wereld.  Spannend.
Haartjes in "mise-en-plis", proper bloesje aan, wat lipstick op, fijne sandaaltjes aan, saccochke aan de arm... zo geëxciteerd als kleine kinderen op sinterklaasavond.
Na een tijdje rijden laat Fiske ons uitstappen op en godverlaten plaats, stopt een stafkaart in onze handen "zie maar dat jullie terug op het terrein geraken" en weg was ze.  Etentje? Terrasje doen?  Dropping ja! Godzijdank had iemand eraan gedacht om ander schoeisel voor mij mee te nemen.  Gelukkig was Mustang erbij, die kan tenminste kaartlezen, beweerde ze toch.  Enfin, we zijn veilig en wel terug op het terrein geraakt.

O zoete weerwraak!
Niet ver van ons was een ander scoutskamp, Wolf daar naartoe.
Twee dagen later: inspectie.  Twee jonge mannen, notablok in aanslag kwamen het kamp controleren.  En maar nota nemen.  Alles wilden ze zien, van de keuken tot de hudo, de tenten, de voedselvoorraden, de menu's   de tenten, de EHBO, de medische fiches, noem maar op.  Schitterende acteurs! En Fiske maar vragen waar Wolf  (haar rechterhand en trouble shooter) bleef.  Die gebaarde van "krommen haas".  Ik heb haar nooit zo paniekerig gezien!  Tot wij plat lagen van 't lachen. 
Maar 't is allemaal goed gekomen, denk ik toch  tij

Bieke vertelt

De  bedoeling van deze blog is herinneringen op te halen.
Leuke anekdotes,  memorabele gebeurtenissen, avontuurlijke tochten/droppings, onvergetelijke momenten, straffe verhalen, foto’s van toen...  Aanleiding is 40 jaar Thila Coloma,  verjaardag die volgend jaar gevierd wordt.  Al wie ooit bij de scouts geweest is kan wel iets vertellen zeker?  We hebben al ondervonden dat de jonge generatie wel benieuwd is naar hoe het vroeger was, dus. Eigenlijk is het meer voor ons eigen plezier, dat is geen probleem zeker?