maandag 28 april 2014

Modderkamp



Modderkamp



Het gebeurt wel eens dat een kamp uitgeregend raakt.  Wat doe je dan met die bende jongeren en kinderen? Veel fantasie en initiatief van de leiding komt dan van pas.  Ook van de werkploeg.

Ooit is er in een grote tent, de eettent of zo een groot heteluchtkanon gezet, zo een dat   groentekwekers gebruiken om de serres te verwarmen, hier om kleren en slaapzakken min of meer droog te krijgen.

De eerste tent die Thila gekocht heeft, een witte! was voor één of andere gelegenheid versierd met gekleurde vlaggetjes, ze zijn met een veelkleurige tent naar Mechelen teruggekeerd.

Lynx en de andere welpenleidsters zijn met hun kroost en heel hun hebben en houden moeten vluchten naar de koeienstal van de boer.

Wat was het grote probleem?  Dat iemand van de leiding ’s avonds daar bij de kinderen moest blijven uiteraard en dus de nachtelijke uurtjes rond het kampvuur moest missen!

Natte, modderige kleding, vuile handdoeken, vieze slaapzakken werden meer dan eens door bezoekers   meegenomen en met de volgende lading groenten vanuit Mechelen gewassen en gedroogd mee terug gebracht. Zelfs de auto van Pastoor Van Steen, die elk jaar de eucharistieviering op kamp verzorgde, werd volgestouwd met natte vuiligheid.  Uiteindelijk waren er op het einde van het kamp wasmanden propere, droge spullen over .  Er werd dan later in het lokaal “verloren voorwerpendag” gehouden.  Rijen tafels vol met degelijk materiaal!  Er is niet veel van opgehaald door de eigenaars.  De rest?  Naar spullenhulp of zo?

Er zijn zo van die scènes die je nooit vergeet.  Op een nacht hebben de boer ,Wolf en een aantal leiders de wacht gehouden bij de rivier.  “Als het water stijgt tot aan die struik, moeten jullie het kamp ontruimen en die tent daar zal als eerste onderlopen”, zei de boer. Spannend!

Kamp! Dan denk je aan zon, joelende kinderen, blote armen en benen. Hier alleen maar grauwe regenjassen, opgetrokken schouders, kap diep over het hoofd  en gummie laarzen.

Alhoewel,  er zijn altijd stoere mannen die zich van de regen niets aantrekken en dus na twee dagen komen klagen dat ze geen droge spullen meer hebben.

Indrukwekkend was het kampterrein ’s morgens.  Je keek naar buiten en je zag één grote, gladde, glanzende vlakte.  Met slechts hier en daar nog één enkel sprietje gras tussen de spankoorden van de tenten.  Mooi maar triestig. Je denkt dan dat de modder weg is, je zet één stap naar buiten en je staat  weer, splash,  tot aan je enkels in het slijk.

’t Was toch een goed kamp!!!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten