Modderkamp
Het gebeurt wel eens dat een kamp
uitgeregend raakt. Wat doe je dan met
die bende jongeren en kinderen? Veel fantasie en initiatief van de leiding komt
dan van pas. Ook van de werkploeg.
Ooit is er in een grote tent, de
eettent of zo een groot heteluchtkanon gezet, zo een dat groentekwekers gebruiken om de serres te
verwarmen, hier om kleren en slaapzakken min of meer droog te krijgen.
De eerste tent die Thila gekocht
heeft, een witte! was voor één of andere gelegenheid versierd met gekleurde
vlaggetjes, ze zijn met een veelkleurige tent naar Mechelen teruggekeerd.
Lynx en de andere welpenleidsters
zijn met hun kroost en heel hun hebben en houden moeten vluchten naar de
koeienstal van de boer.
Wat was het grote probleem? Dat iemand van de leiding ’s avonds daar bij
de kinderen moest blijven uiteraard en dus de nachtelijke uurtjes rond het
kampvuur moest missen!
Natte, modderige kleding, vuile
handdoeken, vieze slaapzakken werden meer dan eens door bezoekers meegenomen en
met de volgende lading groenten vanuit Mechelen gewassen en gedroogd mee terug
gebracht. Zelfs de auto van Pastoor Van Steen, die elk jaar de
eucharistieviering op kamp verzorgde, werd volgestouwd met natte
vuiligheid. Uiteindelijk waren er op het
einde van het kamp wasmanden propere, droge spullen over . Er werd dan later in het lokaal “verloren voorwerpendag”
gehouden. Rijen tafels vol met degelijk
materiaal! Er is niet veel van opgehaald
door de eigenaars. De rest? Naar spullenhulp of zo?
Er zijn zo van die scènes die je
nooit vergeet. Op een nacht hebben de
boer ,Wolf en een aantal leiders de wacht gehouden bij de rivier. “Als het water stijgt tot aan die struik,
moeten jullie het kamp ontruimen en die tent daar zal als eerste onderlopen”,
zei de boer. Spannend!
Kamp! Dan denk je aan zon,
joelende kinderen, blote armen en benen. Hier alleen maar grauwe regenjassen,
opgetrokken schouders, kap diep over het hoofd en gummie laarzen.
Alhoewel, er zijn altijd stoere mannen die zich van de
regen niets aantrekken en dus na twee dagen komen klagen dat ze geen droge
spullen meer hebben.
Indrukwekkend was het kampterrein
’s morgens. Je keek naar buiten en je
zag één grote, gladde, glanzende vlakte.
Met slechts hier en daar nog één enkel sprietje gras tussen de
spankoorden van de tenten. Mooi maar
triestig. Je denkt dan dat de modder weg is, je zet één stap naar buiten en je
staat weer, splash, tot aan je enkels in het slijk.
’t Was toch een goed kamp!!!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten